(in the eye of) a perfect storm

In een spontane drang tot classificatie zouden de schilderijen van Mil Ceulemans (1977, Kapellen) gemakshalve kunnen bekeken worden als aanleunend bij het hoofdkenmerk de fundamentele schilderkunst. Deze benaming die ontstond in de jaren 60, zette het proces van het schilderen centraal in de schilderkunstige praktijk. Elementaire beginselen van de schilderkunst zoals lijn, kleur, textuur, compositie, medium en ondergrond werden op hun onderlinge werking onderzocht, en dit op een bijna wetenschappelijk-technische manier. Opvallend hierbij is dat de fundamentele schilderkunst geen klassieke kunststroming was, die een aantal kunstenaars die in dezelfde ‘stijl’ werkten, verenigde, maar eerder een losvaste verzameling van werken, die samen deze ‘kenmerken’ verenigen...

Maar we suggereerden het al: gemakshalve. Want hoewel de schilderijen van Ceulemans inderdaad voornamelijk van doen hebben met het onderzoek naar bepaalde schilderkundige principes, doet hij dit met een uitgesproken andere, zeer persoonlijke mentaliteit. Daar waar de fundamentele schilderkunst deze principes voornamelijk wetenschappelijk onderzoekt, worden ze door Ceulemans hoofdzakelijk emotioneel bevraagd. Wat hij dan weer wel gemeen zou kunnen hebben met fundamentele schilderkunst is dat dit – zoals hierboven gezegd – geen stroming betreft, maar een losvaste verzameling van werken, die een aantal losvaste, met elkaar resonerende kenmerken bevatten…

Een van de meest intrigerende – én paradoxale – aspecten van Ceulemans’ schilderijen is m.i. dat ze pas in hun volledige waarde bekeken kunnen worden, als ze in het gezelschap vertoeven van hun soortgenoten - lees: andere schilderijen van Ceulemans’ hand - terwijl ze tegelijkertijd individueel bekeken, elkeen getuigen van een zeer particuliere emotionaliteit. De schilderijen van Mil Ceulemans verhouden zich tot zichzelf, én tot elkaar, binnen één grote wolk van elementaire schilderkundige methodieken (vlakverdeling, verfbehandeling, toets, textuur, etc..), die voortdurend en quasi tegelijkertijd door de schilder met elkaar in contact, samenhang, botsing, gesprek, discussie of gevecht worden gebracht. Aan de basis van deze rhizomatische wrijvingen van methodieken ligt evenwel steeds de diepgewortelde emotie van de schilder, die misschien nog het best kan omschreven worden als een soort van chaotische wanhoop om het (toekomstige) beeld ‘aan te vallen’. Ceulemans lijkt dus tijdens de conceptie van zijn schilderijen steeds zélf het conflict te willen starten, om pas nadien via een soort van schilderkunstige beredenering, het trachten op te lossen... Dit voortdurende conflictueuze versus conflictoplossende denken en handelen manifesteert zich in elk schilderij afzonderlijk, maar nooit op dezelfde manier. Vandaar dat Ceulemans’ werken eveneens, en met dezelfde intensiteit, in gezelschap van elkaar bekeken dienen te worden. Immers, pas dàn kan de toeschouwer een degelijk inzicht krijgen uit welk soort van emotionele schilderkunstige wrijvingen zijn oeuvre is opgebouwd.

Kijken naar Mil Ceulemans’ werk, vergt m.i. dan ook een sterk kijken vanuit het ‘groepsgevoel’, zonder daarbij echter de individuen binnen die groep negeren. Het vergt een sterk resonerend kijken. Een kijken naar hoe de verschillende werken zich zowel individueel en gevoelsmatig ten opzichte van elkaar verhouden als hoe ze zich samen als individu gedragen. Het is, kortom, een uitgesproken kijken vanuit de acchrochage.

Vandaar misschien dat ik in de loop van mijn kennismaking met het werk van Mil Ceulemans, geleidelijk aan ben gaan beseffen dat de beste manier om zijn schilderijen bij benadering te bevatten, eerder een extern referentiekader is, zoals bijvoorbeeld: een tentoonstelling.

Ceulemans’ keuze voor de titel ‘A Perfect Storm’ voor deze tentoonstelling, zegt in mijn ogen dan ook zeer veel over de mentaliteit waarmee hij zijn schilderkundige praktijk benadert.

‘A Perfect Storm’ is een gangbare Engelse uitdrukking die een gebeurtenis beschrijft waar een zeldzame combinatie van acties zich zodanig voordoet dat ze een bestaande situatie structureel kunnen ontwrichten. De term wordt ook gebruikt in meteorologische kringen om een hypothetische tornado aan te duiden die een bepaald gebied onverwachts zodanig in zijn meest kwetsbare regio treft, dat er meteen de grootst mogelijk denkbare schade ontstaat. Meer metaforisch-artistiek bekeken kan deze uitdrukking geïnterpreteerd worden als iets dat zodanig perfect is in zijn capaciteit om te ontwrichten, dat complete chaos gewoonweg onvermijdelijk is. Vanuit Mil Ceulemans’ogen beschouwd, en in het licht van het hierboven beschrevene, lijkt het erop dat hij in de eerste opzet van zijn schilderijen iets als de perfecte beeldaanvalnastreeft. Een beeldaanval die zodanig efficiënt is dat hij plotsklaps alle schilderkunstige ingrepen die daarop zouden kunnen volgen terug op de helling zet, en de schilder als het ware dus terug dwingen om ‘in de tegen(beeld)aanval te gaan’ om een oplossing te vinden voor die chaos. Anderzijds wijst ‘A Perfect Storm’ binnen Ceulemans’ schilderen misschien ook wel op het artistiek tegengestelde karakter van die tegen(beeld)aanval op zich, namelijk de zodanig perfecte schilderkundige, rationele redenering om die chaos te bedwingen, zodanig dat er net genoeg beheersbare chaos overblijft om nog op een ‘open’ manier verder te kunnen blijven schilderen… Een schilderij van Mil Ceulemans lijkt dus quasi oneindig te laveren tussen perfecte chaos en chaotische perfectie, waarbij tegelijkertijd verschillende schilderkunstige problemen worden opgezocht (aangevallen), onderzocht (beredeneerd) maar nooit helemaal opgelost. Het kan in dit opzicht enkel af zijn als het net genoeg ònaf is…

Vanuit het kijken bekeken, heeft deze eigenaardige voltooide onvoltooidheid in Ceulemans’ schilderijen een merkwaardig positief verslavend effect: je kan als toeschouwer de inherent evenwichtige ontwrichting nooit helemaal vatten binnen het kijken naar één enkel schilderij. Je hebt er steeds meerdere nodig om die ontwrichting steeds genuanceerder te kunnen vatten, terwijl je tegelijkertijd voelt dat je ze nooit helemaal zal kunnen bevatten…

Vandaar dat de werken van Mil Ceulemans in mijn ogen idealiter steeds een tentoonstelling behoeven om goed doorvoeld bekeken te kunnen worden. Ze moeten bij wijze van spreken in alle ‘white-cube-rust’ de gelegenheid krijgen om met, tussen en tegen elkaar hun ontwrichte evenwicht uit te spelen, te bevragen, te ontkrachten, te bevechten of te stabiliseren. In die zin is de tentoonstelling voor Ceulemans’ schilderijen wat het oog is voor de storm: een fractie van kijkrust in een bijna perfecte chaos van schilderkundige mogelijkheden…

(De perfecte stilte voor de perfecte storm ligt er niet voor, maar er middenin.)

Thibaut Verhoeven
Gent, oktober 2011